06-10 73 83 55 info@reneekeijzer.nl

Deze week ging de voorlichtingscampagne van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tegen pesten op het werk van start. Die blijkt hard nodig te zijn. Eén op de 13 Nederlanders heeft namelijk te lijden onder vernederingen, dreigementen, lichamelijk geweld, sociaal isolement en (digitaal) geroddel op de werkvloer. Ik las over een pester die een collega stelselmatig met een potlood prikte en hete thee op haar morste. Onvoorstelbaar.

Niet wegkijken
De keer dat er in mijn omgeving sprake was van pestgedrag, is heel lang geleden. Ik was een jaar of acht. In mijn klas zat Marijke. Met brillenglazen als jampotjes. En jurken die haar zusjes en nichtjes al lang geleden hadden afgedragen. Marijke werd buitengesloten. Had geen zelfvertrouwen. En werd gepest. Stelselmatig. Altijd de klos. En wat deed ik? Ik weet zeker dat ik haar nooit heb gepest. Maar ik ben ook niet voor haar opgekomen. Als ik er nu op terugkijk, was ik me er niet van bewust. Niemand sprak erover en ik kan me ook niet herinneren dat er een juf of meester ingreep. Een kwestie van wegkijken.

Wat zou er van Marijke zijn geworden? Is haar zelfvertrouwen voorgoed naar de filistijnen? Is zij veroordeeld tot het eeuwige slachtoffer van pesterij? Eerst op school en nu op haar werk? En zijn degenen die haar op school pestten nu ook de pesters op het werk? Verliest een vos wel zijn haren maar niet zijn streken?

Treiteren kan veel schade aanrichten. Trauma’s, nachtmerries, arbeidsongeschiktheid en zelfs zelfmoord. De rode draad van de campagne is dat we pesten niet mogen negeren. Niet wegkijken maar erover praten. Neem het serieus.

Duidelijkheid over onacceptabel gedrag helpt preventief
Stelling innemen tegen pesten helpt. Gelukkig kunnen we er dus iets tegen doen en kan het heel effectief zijn om interne communicatie tegen pesten in te zetten.

• Stel met elkaar een norm op. Wat vinden wij acceptabel gedrag en wat niet? Het is bewezen dat duidelijkheid over onacceptabel gedrag en een zero tolerance-beleid preventief werken. Leg dat vast in een gedragscode. Wees ook duidelijk over de sancties, zoals een officiële waarschuwing of schorsing.
• Op pestgedrag rust een taboe en het is dan ook lang niet altijd zichtbaar. Je kan in een medewerkerstevredenheidsonderzoek vragen opnemen om te weten in welke mate het speelt in jouw organisatie.
• Maak duidelijk wat een medewerker kan doen als hij zelf gepest wordt of als hij ziet dat een collega gepest wordt. Hoe kan hij het beste reageren en bij wie kan hij om hulp vragen: bijvoorbeeld de leidinggevende, een vertrouwenspersoon of de Arbodienst.
• Formuleer een boodschap naar aanleiding van de gedragscode en draag die uit via diverse interne communicatiemiddelen. Aandacht op het intranet, in het personeelsblad, tijdens een bijeenkomst, via posters enzovoort.
• Geef managers handvatten om de gedragscode bespreekbaar te maken in een teamoverleg en/of train ze zodat ze weten hoe ze pestgedrag kunnen voorkomen, herkennen en beëindigen. De manager moet zich ervan bewust zijn dat hij een voorbeeldfunctie heeft.
• Laat het onderwerp regelmatig terugkomen. Eén keer onder de aandacht brengen is niet voldoende. De kracht zit ‘m in de herhaling.

Een protocol tegen pesten is wettelijk verplicht
De scheidslijn tussen een onschuldig plagerijtje en pestgedrag is soms vaag. Wat de een verstaat onder een grapje, kan een ander als pesterij ervaren. Daarom is het goed als medewerkers zich daarvan bewust zijn en dat ze daarbij geholpen worden. Een duidelijk protocol tegen pesten is niet alleen een kwestie van goed werkgeverschap. Het is ook een wettelijke verplichting die is opgenomen in de Arbowet. Laten we er voor zorgen dat alle Marijkes met een goed gevoel naar hun werk kunnen gaan.